
Toen na ruim 14 maanden van onderhandelingen, de sociale partners het niet eens konden worden over de voorwaarden voor een ‘arbeidsmarkt van de 21ste eeuw’, kwamen moeilijke arbeidsmarktdossiers zoals pensioen, ontslagrecht, arbeidsongeschiktheid , flex-vast, zzp’ers enz. op het bord van kersvers minister van Sociale Zaken, Wouter Koolmees terecht.
Wat zijn zijn plannen?
Vijf deelakkoorden beter dan één?
Het klappen van het polderoverleg gaf al aan dat de arbeidsmarktdossiers zeer complex zijn en dat de belangen tussen werkgevers en werknemersbehartigers soms erg ver uit elkaar liggen. Minister Koolmees zal daarom niet proberen om een allesomvattend Sociaal Akkoord te sluiten, maar om in te zetten op vijf deelakkoorden. Hij wil in overleg met werkgevers, werknemers, pensioenfondsen, ondernemers en de SER afspraken maken over: pensioenstelsel, arbeidsongeschiktheid, de gevolgen van robotisering, de verhouding vast-flex en de arbeidsdeelname van ouderen en mensen met een arbeidsbeperking (Participatiewet).
Het zal nog een zware dobber worden om tot een akkoord te komen, want hoewel alle partijen een evenwichtige arbeidsmarkt als doel stellen, denken ze verschillend over de oplossingen. Uit gesprekken dit hij gevoerd heeft met verschillende werkgevers- en werknemersorganisaties, ziet hij wel nog genoeg aanknopingspunten om met alle partijen in gesprek te blijven.
Hoe zit het met de Wet DBA?
Waar je als zzp’er vast wel benieuwd naar bent, is wat de plannen zijn aangaande de Wet DBA. In het Regeerakkoord 2017 – 2021 beloofde kabinet Rutte III de modelovereenkomsten uit de Wet DBA te vervangen door een ‘opdrachtgeversverklaring’, waarin opdrachtgever en zzp’er hun relatie kunnen vastleggen. Het zou een online vragenlijst worden, waarmee beide partijen vooraf duidelijkheid en zekerheid zouden verkrijgen over hoe de belastingdienst hun werkrelatie zou beoordelen. Minister Koolmees schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat het kabinet er nu naar streeft om deze ‘webmodule’ op 1 januari 2020 werkend te hebben. Deze webmodule kunnen opdrachtgevers gebruiken om aan te tonen dat ze echt een opdrachtgever zijn en niet een verkapte werkgever.
De opdrachtgeversverklaring moet duidelijkheid verschaffen wanneer opdrachtgevers werken met zzp’ers die een uurtarief rekenen dat tussen het (nieuwe) minimumtarief (tussen de 15 en 18 euro) en het hoge uurtarief (minimaal 75 euro) zit. Het minimumtarief wordt ingevoerd om de groep gedwongen zzp’ers, die vaak op of over het randje van schijnzelfstandigheid opereren, te identificeren. Het achterliggende idee van deze maatregel is dat zzp’ers die minder dan 15 à 18 euro per uur verdienen, eigenlijk niet rond kunnen komen en ook niet in staat zijn om zich in te dekken tegen ondernemersrisico’s of om geld voor hun oude dag opzij te zetten. Wie een uurtarief van minimaal 75 euro hanteert, mag voor het kabinet gewoon als zzp’er blijven werken, en hoeft zich ook niet om de opdrachtgeversverklaring te bekommeren.
Koolmees geeft toe dat het een ‘complex dossier’ is, waarvoor hij met alle betrokken partijen een ‘rechtvaardige, werkbare en effectieve oplossing’ wil vinden.
Ook in het rijtje van zware arbeidsmarktdossiers: flexibilisering
Een van de andere moeilijke arbeidsmarktdossiers is zonder twijfel de discussie tussen vast en flex. Koolmees wil de onderhandelen in 2018 opstarten. Doel is om in 2020 wetgeving klaar te hebben liggen, waarmee het verschil tussen een flex- en vast contract kleiner wordt gemaakt. Koolmees zal het over een andere boeg gooien dan het vorige kabinet en wil in plaats van vast vaster te maken en flex minder flex, met behulp van ruimere proeftijden en een soepeler ontslagrecht vast juist minder vast maken. Verder wil hij payrolling duurder maken en wil hij voorzien in een betere bescherming voor werknemers met een nulurencontract.